Laatst hoorde ik iemand zeggen
dat de meeste restaurants tegenwoordig gelukkig meer weten te verzinnen dan een hartige taart als ze vegetarische gerechten op het menu willen zetten. Een positieve ontwikkeling, ook al
is er niets mis met zo’n hartige taart zonder vlees. Afgelopen maandag keerde
ik vol nieuwe ervaringen terug van het festival Into the Great Wide Open op Vlieland,
waar ik deel uitmaakte van de kookploeg. Dat festival draait grotendeels op
vrijwilligers en als tegenprestatie kregen die driemaal daags een lekkere
maaltijd voorgeschoteld. Een hele uitdaging voor de koks die ik ondersteunde. Gemiddeld
moesten er zo'n 700 hongerige monden gevuld worden en omdat ik ook bij de
vrijwilligers hoorde, kreeg ik na afloop van mijn diensten steeds weer een
heerlijk bordje eten. Er waren zowel vegetarische als vlees- en visgerechten.
Tijdens mijn eerste werkdag stond er een vegetarische taart op het menu die er
zo lekker uitzag dat ik het vlees ervoor wilde laten staan. Maar omdat ik me
niet had opgegeven als vegetariër, ik eet immers regelmatig vlees, mocht dat
niet van de vrijwilligster die de warme gerechten opschepte. Anders bleef er
niet genoeg over voor de echte vegetariërs, zo zei ze. Jammer. Het viel me op
dat er veel vegetariërs onder de vrijwilligers waren. Bijna de helft, schatte
ik. De door de koks met de hand gedraaide gehaktballen die we ’s middags op een
broodje kregen, gingen er zelfs minder snel doorheen dan de vegetarische burgers. Zal ongetwijfeld met het publiek te maken
hebben dat op dit festival afkomt, maar bijzonder vond ik het wel. Tijdens de
lessen voedingsleer, die ik tot vorig schooljaar op een roc gaf, trof ik
slechts zelden een vegetarische leerling aan. Als het onderwerp vegetarisme ter sprake
kwam, zeiden velen dat ze absoluut niet zonder vlees zouden kunnen. Flextarisch
eten is dan een goed alternatief. Je hoeft vlees niet helemaal af te zweren,
maar eet het wat minder vaak. Omdat ik op het festival niet in aanmerking kwam
voor de hartige vegetarische taart, heb ik er deze week zelf een gemaakt. Met
broccoli, én blue cheese voor het pittige smaakje. Daar moet je dan wel een
liefhebber van zijn. Zo niet, neem dan brie of een andere milde kaassoort.
Nodig
Quichevorm (doorsnede 25 cm)
6 plakjes hartige taartdeeg met
bakkersgist
Handje paneermeel
Vloeibaar bak- en braadmiddel
1 stronk broccoli
1 rode ui
75 gram blue cheese (bijv.
Fourme d’Ambert)
5 eieren
Potje crème fraîche (125 g)
Klein bosje bieslook
Peper/zout
Snufje chilipoeder
Bereiden
(Van de overige vier deegplakjes maakte ik hartige koekjes door er rozemarijn, chilipoeder, zout en geraspte kaas overheen te strooien en er halve olijven in te drukken. Daarna bakte ik ze vijftien minuten in de oven en sneed ik ze in reepjes. Lekker bij de borrel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten